INTRODUCTIE
Het toenemende gebruik van porseleingres UGL, dat zich onderscheidt door hoogwaardige technische en esthetische eigenschappen en bestemd is voor commerciële en woonruimten, vereist een steeds meer aandacht voor de wijze waarop het moet worden gelegd en gereinigd voor de beste resultaten. Tegels
van porseleingres worden tegenwoordig bewerkt als stenen producten (slijpen, schuren, polijsten) ,zodat de tegels kunnen worden gelegd met een ”minimale voeg”. Het gebruik van speciale onderdelen (lijsten, latten, waterzaag) of het gebruik van het ”multi-formaat” maakt het leggen van vloeren gecompliceerder.
REFIN acht het derhalve nuttig een aantal fundamentele regels te geven die moeten worden toegepast bij UGL-tegels (ongeglazuurd), maar die eveneens een goed gebruik zijn voor GL-tegels (geglazuurd).
TEGELS LEGGEN
De tegels van porseleingres van REFIN worden gekenmerkt voor een zeer lage waterabsorptie (minder dan 0,5%); daarom moeten speciale lijmen van hoge kwaliteit worden gebruikt, en wordt het in ieder geval afgeraden ze traditioneel op een dekvloer van cement teleggen. De meest geschikte lijmen voor het leggen
van porseleingres zijn:
- KLEEFSTOFFEN VAN KLASSE C2TE VOLGENS EN 12004
- KLEEFSTOFFEN VAN KLASSE C2F VOLGENS EN 12004 snelhardend (bijvoorbeeld bij lage temperaturen)
- KLEEFSTOFFEN VAN KLASSE C2TE VOLGENS EN 12004 voor vloerverwarming, kleine formaten (30×30)
- KLEEFSTOFFEN VAN KLASSE S1 VOLGENS EN12004 voor vloerverwarming, grote formaten (45×45,30×60, 60×60)
- KLEEFSTOFFEN VAN KLASSE SI VOLGENS EN 12004 voor het leggen van tegels op bestaande vloeren
VOEGEN-SPECIE
De genoemde afwerking heeft geleid tot de productie van tegels met zeer precieze afmetingen, vergelijkbaar met ”hetzelfde kaliber”, als gevolg waarvan de eindgebruiker vaak vraagt de vloer te leggen met een ”minimale voeg”. Als het leggen met een ”minimale voeg” wordt gedefinieerd: het leggen van tegels met een voeg van mm2 op een gepolijste ondergrond om de kleinste bewerkingsafwijkingen te compenseren. Het wordt absoluut afgeraden de tegels zonder voeg te leggen, waarvoor iedere aansprakelijkheid wordt afgewezen.
Er kan ook voegspecie met pigmenten worden gebruikt, maar het is raadzaam, vooral bij landelijke producten met ruwe en gepolijste oppervlakken, vooraf uit te proberen of ze te reinigen zijn. Het is in ieder geval noodzakelijk de vloer onmiddellijk na het afwerken te reinigen. Het wordt afgeraden voegspecie te gebruiken met pigmenten die contrasteren met de tegels (bijvoorbeeld: een witte vloer met een bruine of grijze voeg) bij natuurlijke vloeren, terwijl dat in de praktijk absoluut moet worden vermeden bij gepolijste vloeren.
ONTWERP
Voor u een oppervlak betegelt moet u eerst een nauwkeurig ontwerp maken, dat door de bouwer van het gebouw kan worden gemaakt, door de leverancier van de tegels, of, in mindere mate, door de tegelzetter zelf.
Om dit ontwerp uit te voeren, moet u rekening houden met een aantal fundamentele vereisten die aan de grondslag van een “bevredigende” betegeling liggen.
Dit is het geval als de betegeling:
- regelmatig en harmonieus is: dus vlak, zonder bobbels of verzakkingen, met rechte en regelmatige voegen, zonder opstapjes enz.
- heel is: dus zonder gaten tussen de elementen en zonder breuken
- duurzaam is, dus met de garantie dat ze langdurig haar technische en esthetische kwaliteiten behoudt, zonder te lijden onder de druk van het gebruik
- zeker is, dus in staat om gebeurtenissen die schade kunnen berokken aan mensen (bijvoorbeeld vallen door uitglijden) uit te sluiten
Om een efficiënt ontwerp te maken, moet u een aantal gegevens evalueren, namelijk:
- de kenmerken van het oppervlak dat moet worden betegeld
- de omgevingsbestemming
- het type tegel dat u heeft gekozen en de daarmee samenhangende technische specificaties
Uit deze gegevens kunt u opmaken:
- de legtechniek. In het bijzonder het type, de samenstelling, de dikte en de applicatiewijze van de onderlaag (de laag waarin de vloer gelegd wordt).
- Eventueel de behandelingen die moeten worden uitgevoerd of de extra lagen die over het dragende oppervlak moeten worden gelegd
- de breedte, de oriëntering en de ligging van de voegen tussen de tegels Wie het ontwerp maakt, moet daarna specificeren of hij denkt dat hij het best kan leggen met een strakke voeg, een brede voeg, in halfsteens verband, stapelverband of diagonaal verband
- de lokalisatie en dimensies van eventuele deformatievoegen. Deze voegen vormen ook zichtbare discontinuïteiten in de betegeling en worden soms gezien als een “esthetische storing” door de gebruiker, maar zijn van groot belang voor de betrouwbaarheid en duurzaamheid van de betegeling.
Dan gaat men over tot het leggen, dus het uitvoeren van het project, waarbij de zorg en professionaliteit van de tegelzetter van het grootste belang zijn voor de goede uitkomst.
Zodra hij de omgeving, de tegels en het project heeft geëvalueerd, moet hij:
- de bouwplaats organiseren
- de oppervlakken die moeten worden betegeld nagaan en voorbereiden
- de maten nemen, de landmeterskruizen nagaan, alsmede de verticaliteit van de wanden en de eventuele helling van de vloeren
- het materiaal nagaan en eventuele zichtbare defecten aangeven
- het legvlak optimaliseren om de betegeling zo harmonieus mogelijk te maken
- de mortel en kleefproducten klaarmaken en verdergaan met het aanbrengen van de tegels
- een tijdje na het aanbrengen van de tegels (deze periode kan uiteenlopen van een paar uur tot een paar dagen), overgaan tot het vullen van de voegen en de eindschoonmaak van de oppervlakken.
Daarna is het tegelzetten voltooid.